Van God houden als van niemand

Meester Eckhart, middeleeuwse denker en mysticus, ligt aan de grondslag van de Rijnlandse School. Tauler en Suso waren zijn leerlingen. Hij sprak zo, dat mensen tot zichzelf en tot Gods kracht werden gebracht. Het ging hem steeds hierom: dat de Godsverhouding levenwekkend en vruchtbaar zou zijn. Daartoe moesten echter veel schijn en illusie, ook in religieus geautoriseerde vormen, doorprikt worden. Hier is de meester ontnuchterend en kritisch. Zo toont hij de weg tot wat een kern van goddelijk leven in de mens genoemd kan worden. Hierin schuilt het vermogen om in menselijke controverse en beperking toch eenheid en heelheid mee te maken. In een warme en gedurfde taal waagt Eckhart zich aan dit Leven. Van veel tegenstrijdige interpretaties die Eckhart in de loop der tijden aangemeten kreeg, bevatten zijn geschriften de kiem. Zijn werk is paradoxaal en diepzinnig. Inleiding en commentaar bij deze vertaling van twintig preken maken hun mystieke visie toegankelijk en doen de actualiteit