Socrates - Boeddha - Confucius - Jezus

Karl Jaspers (1883-1969) studeerde rechten en medicijnen. Hij was aanvankelijk hoogleraar psychiatrie, daarna hoogleraar filosofie aan de Universiteit van Heidelberg. Door het nazi-bewind werd hij tot aftreden gedwongen en kreeg hij een publicatieverbod opgelegd. Na de Tweede Wereldoorlog was hij van 1948 tot aan zijn overlijden hoogleraar filosofie aan de Universiteit van Basel. Socrates, Boeddha, Confucius, Jezus vormt het eerste deel van zijn onvoltooide levenswerk, Die grossen Philosophen, een universele geschiedenis van de wijsbegeerte. Als 'De maatgevende mensen' presenteert Jaspers in dit werk de vier historische figuren die stonden aan de basis van ons moderne wereldbeeld. Toch wil hij hen niet zien als bouwers van godsdienstige of wijsgerige systemen, want elk van de vier - voorzover wij iets met zekerheid van hen weten - was juist wars van instituties, dogma's en leerstellingen. Jaspers wil hen schetsen als onze naasten die door hun levenshouding, en hun levenswandel