Auteur | Vandamme, S. |
ISBN | 9789033464348 |
Uitgeverij | Acco, Uitgeverij |
Medische verwoording en literaire verbeelding van ziekte in verhalen'Geneeskunde is mijn wettige echtgenote en de literatuur is mijn maîtresse. Als de een mij verveelt, slaap ik met de andere. Het is misschien een beetje wanordelijk maar het is in ieder geval niet eentonig.' Zo omschrijft de arts-schrijver Anton Tsjechov de verhouding van de literatuur met de geneeskunde. Dit boek belicht deze 'wanordelijke' maar tegelijk zinnenprikkelende liaison tussen beide disciplines. Er wordt nagegaan hoe literaire teksten en depressie- en kankerverhalen via medische bewoordingen en literaire verbeelding uitdrukking geven aan de werkelijkheid die we ziekte noemen.Negentiende-eeuwse romans over waanzin zoals Madame Bovary van Flaubert, autobiografieën over depressie en kanker, grote ziekteromans zoals De toverberg van Mann of novelles zoals De ziekte van de dood van Duras worden gelezen vanuit de vraag hoe ze reflecteren over ziekte. Wat heeft het ziekteverhaal dan toch dat het door de tijden