Londen 1593. Oorlog en de pest belagen de stad. Vreemdelingen zijn er niet langer welko. De afgehakte hoofden op de spijlen van de Tower Bridge vormen een macaber schouwspel. Christopher Marlowe - toneelschrijver, dichter en spion in dienst van koningin Elizabeth II - wordt beschuldigd van ketterij, blasfemie en smaad. De gevierde toneelschrijver heeft veel vijanden: jaloerse en plagiërende collega's die hem graag zien afgaan. Als spion kan Marlowe niemand vertrouwe behalve zijn werkgevers, en juist zij trekken Marlowes loyaliteit in twijfel. Ze geven hem drie dagen om zijn blaam te zuiveren. In die drie dagen vindt hij machiavellistische samenzweerders, dubbelspionnen, zwarte kunst, verraad en wraak op zijn pad. Hij krijgt aanwijzingen van niemand minder dan Tamburlaine de Grote, een gewetenloze moordenaar die ontsnapt is van de pagina's uit Marlowes gewelddadige toneelstuk. Marlowe, de waaghals die God en de Staat durft te trotseren, ontdekt dat er een erger lot bestaat dan