Londen, 1854. Een koude oktobernacht. In een donker steegje wordt een onschuldige man neergestoken. Zo begint het ongelooflijke verhaal van Edward Glyver. Hij groeide op in armoede aan de kust van Dorset, waar zijn moeder haar leven lang hard heeft moeten werken om hen te kunnen onderhouden. Na haar dood komt hij er achter dat hij niet haar zoon is, maar de rechtmatige erfgenaam van een van ?s lands meest gefortuneerde aristocraten. En niets of niemand zal hem er nog van kunnen weerhouden het erfdeel waar hij recht op meent te hebben op te eisen.Zijn weg leidt hem van de onderwereld van Victoriaans Londen, de mistige straatjes, de bordelen en opiumkitten, naar Evenwood, een van de mooiste en meest betoverende landhuizen van Engeland. Zijn verhaal is er een van verraad en ontrouw, van liefde en moord en van roekeloze obsessie en grenzeloze ambitie. Maar na elke zwaarbevochten overwinning treft hij zijn aartsrivaal: Phoebus Rainsford Daunt. De zin van het duister is een razendsnelle,
